-
1 frame
n. lijst; montuur; kozijn; bouw; lichaamsbouw; humeur; beeld (in film); (op internet) protocol dat "gegevenspakket" bevat met adresveld en slotveld--------v. ontwerpen, uitdenken, formuleren, vormen, verzinnen; inlijsten, omlijsten; (iem.) erin luizen, (opzettelijk) vals beschuldigenframe1[ freem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 (het dragende) geraamte 〈 van een constructie〉 ⇒ skelet 〈 houtbouw〉; frame 〈 van fiets〉; raamwerk, chassis2 〈 benaming voor〉 omlijsting ⇒ kader, kozijn; 〈 ook meervoud〉 montuur 〈 van bril〉; raam 〈 van venster, weeftoestel e.d.〉3 achtergrond ⇒ omgeving, omlijsting4 lichaam ⇒ gestel, bouw♦voorbeelden:————————frame2〈 werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 vorm geven aan ⇒ ontwerpen, uitdenken; formuleren, uitdrukken; vormen, vervaardigen; verzinnen, zich inbeelden2 inlijsten ⇒ omlijsten, als achtergrond dienen voor3 het geraamte in elkaar zetten van ⇒ bouwen, construeren♦voorbeelden:1 the government framed a plan for fighting inflation • de regering ontwierp een plan voor de inflatiebestrijding -
2 armature
n. hard omhulsel, schelp, dop, schaal, schulp, rugschild (ook in de biologie); armatuur (van een elektrische motor)[ a:mətsjə] -
3 Jacques Derrida
n. Jacques Derrida, Frans filosoof (een van de hoofdfiguren van de aanhangers van de Constructie die nadruk leggen op subjectiviteit in literaire teksten) -
4 constructional
adj. m.b.t. of afggeleid van contructie, constrcutief; interpretatief[ kənstruksjnəl]1 met betrekking tot (een) constructie(s) ⇒ constructief, structureel♦voorbeelden: -
5 orrery
n. Planetarium (een constructie voor het vergelijken van planeten)[ orrərie] 〈meervoud: orreries〉 -
6 framesaw
n. spanzaag, figuurzaag; elk object bestaande uit gedeelten aangepast en in elkaar gezet; constructie; structuur; fysieke structuur of bouw van een persoon; fysieke samenstelling -
7 understand
v. begrijpen; aannemen[ undəstænd]♦voorbeelden:1 begrijpen ⇒ (er)uit opmaken/afleiden, vernemen♦voorbeelden:do I understand/am I to understand that … • moet ik daaruit opmaken dat …it is understood that they will arrive tomorrow • naar verluidt komen zij morgen aan1 begrijpen ⇒ inzien, verstand hebben van4 opvatten♦voorbeelden:give someone to understand that • iemand te verstaan/kennen geven datmake oneself understood • duidelijk maken wat men bedoeltunderstand each other/one another • elkaar begrijpen, op een lijn zittenwhat do you understand by that? • wat versta je daaronder?5 in this construction the object is understood • in deze constructie moet het voorwerp erbij gedacht worden6 that is understood! • (dat spreekt) vanzelf! -
8 composition
n. samenstelling; compositie; schepping[ kompəzisjn]1 samenstelling ⇒ compositie, constructie, opbouw2 het componeren ⇒ het (op)stellen, de schrijfkunst4 steloefening ⇒ opstel, verhandeling8 schikking ⇒ regeling, vergelijk♦voorbeelden: -
9 cradle
n. wieg--------v. in de wieg leggencradle1[ kreedl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 draagtoestel ⇒ stellage; 〈 scheepvaart〉 (constructie)bok; haak 〈 van telefoon〉; hangstelling; goudwastrog; zeisboog♦voorbeelden:————————cradle2〈 werkwoord〉2 in een wieg leggen/stoppen♦voorbeelden:3 cradle the receiver • ophangen, opleggen
См. также в других словарях:
Cretien van Campen — (photo by Herman Zonderland, 2008) Born January 24, 1963 … Wikipedia
Kingdom of the Netherlands — For the country called Netherlands within the Kingdom, see Netherlands. Kingdom of the Netherlands Koninkrijk der Nederlanden (Dutch) Keninkryk fan de Nederlannen (West Frisian) … Wikipedia
Georges Vantongerloo — Traduction à relire Georges Vantongerloo → … Wikipédia en Français
Paul Claes — (Leuven, 30 October 1943) is a Flemish writer, poet and translator.He graduated in Classical literature and Germanic philology (Dutch and English). He obtained a PhD in 1981, with a disseration De mot zit in de mythe on references to classical… … Wikipedia